dinsdag 8 januari 2008

Amerikaanse gevangenis in Bagram bij Kabul propvol

De omstreden Amerikaanse gevangenis in Bagram in de provincie Parvan bij Kabul zit propvol. In het Amerikaanse detentiecentrum in Afghanistan komen steeds meer gevangenen door de oorlog. Er zitten 630 gedetineerden opgeloten.

Het streven om gevangenen vanuit het omstreden complex snel over te brengen naar een door de Afghanen beheerd complex is grotendeels mislukt, berichtte het ANP maandag.

Bij mensenrechtenorganisaties bestaat al lang grote bezorgdheid over het lot van gevangenen die in handen zijn van de Verenigde Staten en Afghanistan.

De Amerikanen stelden meer dan 30 miljoen dollar (ruim 20 miljoen euro) beschikbaar om de Afghaanse terreurverdachten vanuit Bagram over te plaatsen naar een nieuw detentiecentrum onder Afghaans beheer.

Amerikaanse functionarissen stelden maandag in de krant The New York Times dat van alle gevangenen die overgeplaatst moesten worden, slechts de helft is overgebracht.

De vertraging is onder meer het gevolg van onenigheid tussen verschillende Afghaanse ministeries.

Verscheidene Afghaanse hoge functionarissen wilden niet samenwerken met de Amerikanen bij het overplaatsen van de gedetineerden.

In 2004 hielden de Amerikanen ongeveer vierhonderd gedetineerden vast in Bagram. Begin vorig jaar waren dat er ongeveer vijfhonderd.

Dat het aantal ondertussen tot 630 is opgelopen, is volgens Amerikaanse functionarissen het gevolg van de uitbreiding van de oorlog in Afghanistan.

De meeste gedetineerden zouden Taliban zijn, die tijdens gevechten zijn aangehouden.

Afgelopen zomer sloeg het Rode Kruis alarm over de situatie in het detentiecomplex in Bagram. Bij de behandeling van de gedetineerden zouden in een aantal gevallen de Conventies van Geneve zijn geschonden.

Maar de Verenigde staten beweerden eerder dat de gevangenen niet onder deze richtlijnen vallen.

Bezorgdheid
In april 2006 uitte voormalig minister Ben Bot van Buitenlandse Zaken zijn bezorgdheid over berichten over mogelijke mensenrechtenschendingen in de Amerikaanse gevangenis in Bagram.

Eigenlijk uitte de SP haar bezorgheid en stelde vragen aan minister Bot.

Bot kreeg ook een serie vragen uit de tweede Kamer van Kamerlid Harry van Bommel (SP). Amerikaanse media hadden gemeld dat de gevangenis “erger dan Guantánamo Bay” op Cuba zou zijn.

Op Guantanamo Bay worden vermeende Taliban en leden van Al-Qaida vastgehouden.

De VS hebben eerder gezegd dat de gevangenen buiten alle categorieën van de Conventies van Genève vallen.

Volgens de VS zijn deze personen zogenaamde “illegal enemy combatants”, die niet vallen onder de categorieën beschermde personen in de Geneefse Conventies.

Doorslaggevend voor detentie is volgens de VS de noodzaak te voorkomen dat betrokkenen weer zullen deelnemen aan het gewapend conflict. De VS zijn van mening dat zij zich houden aan de eigen grondwet en aan internationale verplichtingen.

Al eerder werden er vragen gesteld over het detentiecentrum in Bagram, die ook bekendstaat als de “Bagram Theater Internment Facility”, en onderdeel is van de luchtmachtbasis van Bagram bij de provinciehoofdstad Charikar in Parvan.

Het ministerie van Defensie publiceerde op 14 april 2006 de vragen die door Kamerlid Harry van Bommel (SP) werden gesteld en de antwoorden van voormalig minister van Buitenlandse Zaken Ben Bot, die mede namens voormalig minister van defensie Henk Kamp antwoord gaf.

Maar ook zijn gevangenen in handen van Afghanistan niet veilig: zie:
In november vorig jaar vroeg de mensenrechtenorganisatie Amnesty International om
het overdragen van gevangenen aan de autoriteiten van Afghanistan door ISAF meteen op te schroten. Amnesty wil stop overdracht ISAF

Antwoorden minister Ben Bot op Kamervragen van Harry van Bommel (SP) over het dententiecentrum in Bagram

Graag bied ik u hierbij, mede namens de minister van Defensie, de antwoorden aan op de schriftelijke vragen gesteld door het lid Van Bommel over de geheime gevangenis Bagram in Afghanistan. Deze vragen werden ingezonden op 1 maart 2006 met kenmerk 2050608850.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Dr. B.R. Bot

Antwoorden van de heer Bot, minister van Buitenlandse Zaken, mede namens de heer Kamp, minister van Defensie, op vragen van het lid Van Bommel (SP) aan de minister van Buitenlandse Zaken over de geheime gevangenis Bagram in Afghanistan.

1. Hebt u kennis genomen van artikelen over een geheime gevangenis in Bagram in Afghanistan, waar zo’n 500 gevangenen onder slechte omstandigheden worden vastgehouden? 1)
Ja

2. Herinnert u zich uw uitspraak van 9 maart 2005 dat het essentieel is de Verenigde Staten onder druk te zetten om hen op andere gedachten te brengen in hun detentiebeleid? 2) Deelt u de mening dat dit beleid van druk mislukt is? Indien neen, waarom niet? Zo ja, bent u bereid andere drukmiddelen toe te passen? Zo ja, welke?

De behandeling van gevangenen is een blijvend punt van aandacht voor de regering. Dit onderwerp zal ook hoog op de bilaterale agenda met de VS blijven figureren. Bij elke voorkomende gelegenheid spreek ik mijn Amerikaanse gesprekspartners erop aan dat het Amerikaanse detentiebeleid in overeenstemming dient te worden gebracht met het internationaal recht. Hierbij dient te worden opgemerkt dat inmiddels in het beleid en de wetgeving van de VS op dit punt een verbod op wrede, onmenselijke en vernederende behandeling, ongeacht nationaliteit van de gedetineerde of locatie van gevangenhouding, is opgenomen. Dit geldt voor al het personeel in dienst van de VS, of zij zich nu binnen de VS bevinden of daarbuiten (het zogenaamde McCain amendement, opgenomen in de Detainee Treatment Act 2005).

3. Wat waren de antwoorden die de Amerikaanse autoriteiten u gaven naar aanleiding van uw klachten over de behandeling van gevangenen in Afghanistan? Kunt u dat toelichten?

6. Op welke juridische basis detineren Amerikanen Afghaanse gevangenen?

Volgens de VS zijn deze personen zogenaamde ‘illegal enemy combatants’, die niet vallen onder de categorieën beschermde personen in de Geneefse Conventies. Doorslaggevend voor detentie is volgens de VS de noodzaak te voorkomen dat betrokkenen weer zullen deelnemen aan het gewapend conflict. De VS zijn van mening dat zij zich houden aan de eigen grondwet en aan internationale verplichtingen.

4. Bent u door de Amerikaanse regering ingelicht over andere geheime detentiecentra in Afghanistan? Zo ja, welke zijn dat?

Nederland beschikt niet over informatie betreffende geheime detentiecentra in Afghanistan. De Bagram-gevangenis is overigens geen geheim detentiecentrum. Wel hebben de VS informatie vrijgegeven over personen in Amerikaanse gevangenschap in Irak en Afghanistan. Hierop is reeds in antwoord op de schriftelijke vragen van het lid Karimi over deze kwestie (Vergaderjaar 2005-2006, Kamerstuknummr 1207) ingegaan.

5. Deelt u de mening dat gevangenhouding in strijd met het internationaal recht een negatieve invloed heeft op uw eigen inspanningen om Afghanistan te democratiseren?

Eventuele schendingen van het internationaal recht, in Afghanistan en elders, schaden de inspanningen van de gehele internationale gemeenschap.

7. Bevinden zich ook mensen in deze gevangenis die door Nederlandse militairen gevangen zijn genomen? Zo ja, op welke juridische basis is dat gebeurd en waarom hebt u niet voorkomen dat zij daar werden gedetineerd? Indien neen, waar bevinden door Nederlandse militairen gemaakte gevangenen zich? Bent u bereid juridische hulp voor hen te organiseren? Zo ja, wanneer en op welke wijze? Indien neen, waarom niet?

Er zijn in Afghanistan door Nederlandse militairen geen personen gevangen genomen en overgedragen aan de VS. U bent over personen die door Amerikaanse militairen zijn gearresteerd na incidenten waarbij Nederlandse militairen betrokken waren, geïnformeerd tijdens het vragenuur van 21 maart jl. (Handelingen TK 2005-20006, 60 – 3839 t/m 3844) en met de hogergenoemde beantwoording van schriftelijke vragen van het lid Karimi.

Zoals gesteld in het antwoord op vraag 2 is de behandeling van gevangenen een blijvend punt van aandacht voor de regering. Het Rode Kruis (ICRC) heeft toegang tot de Bagram-gevangenis. De VS hebben enkele verbeteringen aangebracht naar aanleiding van aanbevelingen van het ICRC. Daarnaast heeft de Afghaanse mensenrechtencommissie (AIHRC) onlangs toegangsrecht verkregen, op basis van een Memorandum of Understanding met de VS. Over de exacte modaliteiten moet nog verder worden onderhandeld tussen AIHRC en de VS.

1) de Volkskrant, 27 februari 2006 en New York Times, “A growing Afghan prison rivals bleak Guantanamó”, 26 februari 2006.

2) Kamerstuk 29 800 V / 27 918, nr 97, blz. 6: “De VS denkt na over toelating van speciale, onafhankelijke rapporteurs/experts in de gevangenissen in bijvoorbeeld Bagram en Kandahar en wil daarover in de MRC nader van gedachten wisselen.

Individuele personen worden door VS-autoriteiten wel verantwoordelijk gesteld voor hun handelen en zo nodig juridisch vervolgd. Het is ook onacceptabel dat door de Verenigde Staten buiten de Geneefse conventie om een nieuwe categorie van gevangenen wordt geïntroduceerd.

Druk van de zijde van de internationale gemeenschap is essentieel om de VS op andere gedachten te brengen. In bilateraal verband, zoals met de VS, vraagt Nederland, evenals EU-collega’s, regelmatig aandacht voor de behandeling van gevangenen.